Mijn jeugd op het internaat verliep niet altijd zo
vlekkeloos. Op een dag maakten we met iedereen uit ons jaar een bedevaart naar
een soort schouwspel over Jezus. We gingen met de fiets, ik kon niet fietsen.
Ik durfde het niet zeggen want dan zouden ze mij weer uitlachen en pesten.
Uiteindelijk mocht ik achterop bij broeder Rombout. Ik zal de beelden die ik
daar heb gezien nooit meer vergeten. Jezus zijn levensweg werd levensgroot,
zelfs groter uitgebeeld door beelden langs de kant van de weg. Ik wou Jezus
helpen, ik wou mijn lotgenoot beschermen. Toen ik het beeld zag waarop Jezus
aan het kruis hing, klom ik naar hem toe en begon luid te bidden, ik begon te
roepen naar God, het was allemaal zijn schuld. Iedereen was boos op mij en de
broeders vonden me nog erger dan daarvoor. Ik had toch niets verkeerd gedaan?
Ongeveer een half jaar later deden we terug een uitstap,
naar het drielandenpunt. Ik was er nog nooit geweest maar ik was er ook niet in
geïnteresseerd. Iedereen van de klas was enthousiast en de leerkracht vertelde heel
de tijd verhalen. Sommige woorden vielen me op en deden me terugdenken aan het
gesticht. Het was toen dat ik ontdekte dat de school bij de broeders zo dicht
was bij de instelling waar ik vroeger verbleef. Al mijn herinneringen kwamen
terug. Zuster Marthe, debielen, imbecielen. Alle dingen die ik had meegemaakt
in het gesticht kwamen terug naar boven. Thuisgekomen enkele dagen later vroeg
ik mijn vader iets over het gesticht. Hij ontkende het, ik had nooit in een
gesticht gezeten volgens hem. Had ik alles gedroomd? Neen, waarom loog hij? Ik
kon hem niet vertrouwen, dat wist ik al, maar nu wist ik het zeker. Hij was God
en ik Jezus en hij zou me verraden.
De tijd ging voorbij op de broederschool en zoals ik altijd
wilde had ik mijn doktersdiploma. Mijn vader belde om proficiat te zeggen. Dat
was het laatste wat ik van hem hoorde. Proficiat. Er kwam iemand met een brief
naar mij. De rector van de universiteit van Aken deelde me mee dat mijn vader
was overleden. Een afscheidsbrief met de reden erin. Ik heb iets geleerd uit
wat mijn vader schreef. Wie goed wil zijn moet ook het kwaad bestrijden. Ik
dacht altijd dat goede mensen enkel goed deden en niets kwaad, maar dat ze ook
het kwade moesten bestrijden was nieuw voor mij. Later kwam er een priester
naar mij om de begrafenis te regelen. Hij zei dat het een sombere viering zou
worden. Ik begreep het niet en stelde vragen. De priester zei dat mensen die
zelfmoord pleegden geen grote viering kregen, dat het in de bijbel stond. Het
stond niet in de bijbel, dat wist ik zeker, hij loog. Ik liet hem doen maar
ging niet naar de begrafenis. Ik zat op mijn kamer op de universiteit en las de
hele bijbel door, ik wist dat ik gelijk had.
Mijn onderzoek ging ook verder, ik had muizen gekloond en stuurde
mijn verslag door naar 'Cell'. David Solar en James Grath publiceerden een
kritisch verslag in 'Science' over mijn onderzoek. Ze hadden twee jaar
geprobeerd mij na te doen en het was hen niet gelukt muizen te klonen. Ze
beweerden dat mijn beschreven methode niet juist was en dat ik bedrog pleegde.
Belachelijk, wat een belediging. Het waren prutsers. Maar ze waren bekend en
iedereen geloofde hen. Ondertussen contacteerde ik de twee vrouwen terug. Ik
wilde mijn experiment om volwassen
zoogdieren te klonen tot een doorbraak leiden met hen. Ik kreeg een van de
vrouwen aan de lijn die zei dat ze uit elkaar waren, maar het duurde niet lang
om haar te overtuigen voor het experiment. Ik vertelde niet dat ze kinderen zou
krijgen die exact op mij zouden lijken maar ik liet haar bij de illusie dat ze
een meisje zoals haar zou baren.
Er werd een onderzoek gericht op mijn studies en mijn
artikels. Ondanks het antwoord dat ik samen met Rex schreef op de twee
wetenschappers geloofden ze mij niet meer. Zelf Rex twijfelde. Het onderzoek
liep twee maanden maar ze konden niets vinden dat mijn ongelijk bewees. Na het
onderzoek was de vrouw volop bezig met haar kinderen, het waren er drie. Drie
klonen van mij in de vrouw verscholen, zonder dat ze wist wat ze droeg in haar
buik. De geboorte zou een doorbraak zijn in de wetenschap en iedereen zou mij
wel moete geloven. 29 september zou alles beslissen.
(P260-315)
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenIk vind deze blog alweer zeer goed geschreven en ik heb bijna geen opmerkingen. Ik vind het zeer goed dat de vergelijking is gemaakt tussen zijn vader en God, waarin Victor Jezus is en dat zijn vader hem zal verraden. Dit is ook een grote leidraad van het boek. Ik zou de gevoelens van Victor bij de afscheidsbrief wel benadrukken omdat hij anders bijna geen gevoelens toont en bij deze brief wel. Ook wijst deze brief alweer naar een andere grote leidraad in het boek: het verschil tussen goed en kwaad en dit wordt ook goed weergegeven in de blog.
BeantwoordenVerwijderenInderdaad, Victor denkt ook vooral in zwart en wit. Er is goed of kwaad, Jezus of God, niets daartussen. Dit zijn de enige weinige emoties die hij toont en beschreven worden.
BeantwoordenVerwijderen