woensdag 11 februari 2015

Het klooster en muizen klonen


De verhalen uit mijn jeugd werden me deels verteld maar wist ik deels ook nog. Aangezien mijn geheugen zeer groot is en ik veel onthoud kan ik me nog veel herinneren van vroeger. Ik zat dus bij de nonnen in een klooster. Op een dag kwam er een meisje, Lotte Guelen, ze werd zuster Marthe genoemd. Veel weet ik niet van haar maar ik weet wel dat ze me altijd wou helpen. Ik wou met niemand uit het klooster contact, daarom dachten ze dat de duivel in mij zat en daarom lazen ze mij constant voor uit de bijbel. De nonnen wisselden elkaar af. Als ze weg waren, bad ik, ik kon niet goed spreken door mijn hazenlip, maar ik bad de hele tijd voor Ergon. Zo kon hij in vrede rusten. Op een nacht, toen zuster Marthe me voorlas en ik aan het bidden was, begon ze me na te zeggen. Samen zeiden we de lange litanieën op. Ik had toen al een week niets gegeten. Ik vertrouwde de zusters niet meer, na wat er met Ergon was gebeurd. Op een nacht toen we terug aan het bidden waren samen, gaf zuster Marthe me te eten. Ik moest het wel aannemen want ander zou ik doodgaan en zou er niemand meer kunnen bidden voor Ergon. Ik verbeterde de zuster soms bij de teksten, want ik kon het beter dan haar. Ze was de enige in het klooster die ik vertrouwde, ze was de mama die ik nooit gehad heb.

 

Op een nacht leerde ze me lezen, ze toonde me de letters en legde mij alles uit. Elke nacht een nieuwe. Ik vond het leuk, want zo kon ik ook de Bijbel lezen. Op een dag moest ik voorlezen aan de hoofdzuster, maar ik vertrouw haar niet dus ik zweeg. Ik denk dat zuster Marthe boos was, want ze kwam niet meer terug. Ik was eenzaam zonder haar. Ze bleef lang weg en toen ze terugkwam op een dag nam ze mijn hand en legde die op haar buik. Ze had een baby in haar buik. Ze ging hem Victor noemen, dat vond ik leuk. Maar ik denk niet dat de baby Victor is geboren, want daarna kwam ze terug en zei dat de baby weg was. Ook zuster Marthe is toen voorgoed verdwenen, ik heb haar nooit meer gezien. Mijn vader kwam mij halen en nam me mee naar huis. We gingen nooit naar buiten, ik maakte puzzels in huis en las in de Bijbel. Op een nacht liep ik rond in het huis en zag een vrouw liggen, ze ademde niet meer, net als Ergon. Ik begon te bidden voor haar, om haar rust te geven. Mijn vader kwam binnen en sloeg me heel hard. Hij was boos omdat de vrouw dood was, dat was toch niet mijn fout? Later vertelde mijn vader dat de vrouw mijn moeder was. Het is het enige beeld dat ik me herinner van mijn moeder.

 

De man stuurde me weg naar een school. Het deed me denken aan het klooster, de kruisbeelden, de geur, de regels, de lessen. Ik voelde me goed. Ik behaalde op vier jaar mijn diploma van het lager onderwijs en zat in een klas met allemaal oudere jongens. We hadden een lieve meester, hij had een zachte stem, dat wil zeggen dat hij goed is. De andere leerkracht was slecht want hij riep altijd. We leerden ook over God, God leek op mijn vader en ik leek op Jezus. God heeft Jezus in de steek gelaten zoals mijn vader mij. Hij liet me achter en schreef niet één keer een brief.

 

De vrouwen waren teruggekomen op 14 februari, ik bracht een gereconstrueerd embryo in van drie dagen. Een week later, bleek een van de twee vrouwen zwanger. Ik kreeg antwoord van het artikel dat ik voordien al naar Science had geschreven. Ze hadden te veel vragen. De vrouwen kwamen terug voor de echo, alles verliep goed en we konden de wervelkolom zien, maar ik hoorde 2 harten kloppen in de buik, ik wou nog even afwachten. Ze kwamen terug, er waren inderdaad twee lichamen te zien, maar slechts één wervelkolom. Ik wilde ze niet ongerust maken en vertelde ze enkel dat er een tweeling op komst was, de halve waarheid is ook een waarheid. Ik moest beslissen, twee levens nemen of geven. Ik liet de vrouw komen en zei haar dat het een vlokkentest nodig was. Ik wou de ruggengraat doorknippen, ik kon het niet. De vrouwen kwamen drie dagen later wenend in mijn praktijk, ze vertelden een heel verhaal, telkens begonnen ze harder te wenen, ik werd vrolijk vanbinnen. Niet door de ongelukkige vrouw te zien natuurlijk, maar omdat de baby weg was. Ik moest niet meer beslissen, dat had het lichaam van de vrouw gedaan.

 

De volgende dag werd ik gebeld door Rex Cremer, een professor aan de universiteit van Aken, hij wou meer weten over mijn experiment. Ik vertelde hem dat ik zoogdieren wou klonen, maar meer mogelijkheden nodig had. Hij bood me deze kans in zijn universiteit. Daar kreeg ik tijd en ruimte aangeboden en werkte ik een heel jaar aan de techniek die mij het klonen van muizen zou opleveren. Vele professoren geloofden niet in mij en mijn experiment, maar Rex bleef achter mij staan,  gelukkig. Het lukte mij om de jonge muizen te klonen en ik stuurde mijn verslag door naar Cell, een ander blad. Iedereen was vol lof over mijn werk. Professor Cremer drong aan dat ik het experiment moest herhalen om het te bewijzen, maar ik wou meer doen, iets groter. Ik zou volwassen zoogdieren klonen. Wat ze ook zeiden dat ik moest doen, ik zou het doen, hoe lang het ook zou duren. En ik kreeg mijn zin.

4 opmerkingen:

  1. Deze blog is alweer zeer gedetailleerd geschreven en alles wat in het boek wordt verteld is ook in deze blog geschreven. Het boek wordt nog steeds in twee delen (met verschillende flashbacks van zijn jeugd en later in zijn leven) verteld, wat het alweer moeilijk maakt om hier een overzichtelijke blog van te maken. Ik zou hierbij misschien met tussentitels gewerkt hebben. Je merkt ook in het boek dat het vertelperspectief een auctoriale verteller is, hierdoor ken je ook de gevoelens van de vrouwen waarbij hij de kloonexperimenten uitvoert en ook die van Rex Cremer. Ik vind dat de auctoriale verteller en de flashbacks zeer geschikt zijn om spanning te creëren. Ik vind dit een zeer goede blog.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Inderdaad, de verteller zorgt ook voor meer informatie over zijn jeugd en zijn experimenten die nodig zijn om het verhaal te volgen. Als dit verhaal zou geschreven zijn in het ik-vertelstandpunt zou het een heel dun boek zijn aangezien Victor zeer gesloten is en zelf niet veel vertelt. De auctoriële verteller maakt het leuk en interessant om te lezen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het zou inderdaad een zeer dun boek geweest zijn, want Victor denkt ook heel kort en zeer wetenschappelijk. We zijn het er dus beiden over eens dat de auctoriële verteller een goede keuze is geweest van de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen